De overheid wil dat we snel duurzamere woningen hebben en minder aardgas gebruiken. Voor het klimaat en vanwege de snel gestegen gasprijzen. Dat betekent dat we onze woningen op een zuinigere manier moeten gaan verwarmen. De hybride warmtepomp wordt daarom vanaf 2026 de minimum standaard voor het verwarmen van woningen. Dat betekent dat vanaf dat jaar, bij de vervanging van de ketel, de nieuwe verwarmingsinstallatie zuiniger en duurzamer moet zijn.
Zijn er ook andere keuzemogelijkheden?
De hybride warmtepomp is een logische keuze voor veel woningen, maar er zijn ook andere oplossingen. Zoals een volledig elektrische warmtepomp waarmee je de woning volledig aardgasloos verwarmt, of een aansluiting op een warmtenet (stadsverwarming of blokverwarming). Als de wijk waarin de woning staat op redelijk korte termijn van het aardgas af gaat, en bijvoorbeeld wordt aangesloten op een warmtenet, hoeft er niet te worden overgestapt op een hybride warmtepomp.
Zijn er ook uitzonderingen?
Voor woningen die niet goed verwarmd kunnen worden met een hybride warmtepomp of via andere duurzame opties, komt er een uitzondering. Die uitzondering komt er ook voor woningen waar een duurzaam alternatief zich echt niet terugverdient. Bijvoorbeeld omdat er te veel aan de woning veranderd moet worden. Toch zal er voor iedere woning een goede manier zijn om deze duurzaam te verwarmen.
Betekent dit ik vanaf nu geen ketel meer mag laten installeren?
Nee, dat betekent het niet. De normering gaat pas in 2026 in. Omdat een (hybride) warmtepomp zorgt voor een veel lagere energierekening kan het wel verstandig zijn om nu al over te stappen. Waar je wel al mee kunt beginnen, is checken of je je huis beter kunt isoleren. Goede isolatie zorgt ervoor dat er sowieso minder energie nodig is om een woning te verwarmen (of te koelen). In een goed geïsoleerd huis werkt een hybride warmtepomp ook het meest optimaal.